Met ingang van 1 januari 1999 geldt in de ADR regelgeving de verplichting dat andere personen dan chauffeurs, een opleiding gevolgd moeten hebben met betrekking tot het vervoer en verzending van gevaarlijke stoffen over de weg. Deze verplichting is opgenomen in Hoofdstuk 1.3 en 8.2.3 van het ADR. Ook zal het personeel opgeleid moeten zijn in de omgang met de risico’s en de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen – inclusief het laden of lossen. Tevens gaat de training in op de te nemen veiligheidsmaatregelen en noodmaatregelen.
De werkgever en de werknemer moeten beiden kunnen aantonen dat deze training is gevolgd.
De training wordt afgesloten met een toets van 20 meerkeuze vragen.
Afhankelijk van het bedrijf wordt specifiek ingegaan op de gevaarlijke stoffen waarmee de cursist te maken heeft.